3.5

Communicatie

We onderscheiden twee manieren van communiceren:

  • Verbale communicatie, dit is gebruik van woorden

  • Non-verbale communicatie, is lichaamstaal en intonatie

Communicatie kan online en offline plaatsvinden en hierbij spelen zowel non-verbale als verbale aspecten een rol.

VERBALE COMMUNICATIE

Deze manier van communiceren omvat zowel fysieke als online communicatie.

Bij fysieke communicatie spreek je elkaar face to face. Hierbij is het belangrijk dat je denkt aan:
– Je taalgebruik, een volwassene spreek je bijvoorbeeld anders aan dan een jong kind.
– Je houding
– De aandacht houden bij de groep en/of bij het individu.
– Duidelijk zijn in wat je wil en verwacht, zonder boos te worden.
Geef altijd aan wat je wel wil (zien) en blijf weg bij wat je niet wil. Dit kan je altijd op
een later moment, mocht het nodig zijn, corrigeren. Als je enkel aangeeft wat je niet
wilt, dan besteed je daar te veel aandacht aan en ondertussen weet niemand wat je
wel wil. Dat is zonde!

Bij online communicatie spreek je elkaar via social mediakanalen zoals Facebook, Instagram of Whatsapp. Hierbij moet je goed bedenken dat het erg afhankelijk is van de stemming van jouw lezer hoe jouw bericht gelezen wordt en over komt.

Vaak wordt de tekst anders geïnterpreteerd (gelezen) dan bedoeld is. Dit komt, doordat je elkaars lichaamstaal niet kan zien en de intonatie niet kunt horen, hierdoor kan er makkelijk verwarring ontstaan.

Onder de online communicatie valt ook het gebruik van Teams en Zoom meetings. Ben jezelf ervan bewust dat ook hierbij de lichaamstaal lastiger is af te lezen en mensen sneller afgeleid zijn. Hierdoor bestaat de kans dat ze minder betrokken zijn bij het gesprek.

Tips:

  • Houd de meetings kort en krachtig.

  • Communiceer duidelijk

  • Vraag na of iedereen begrepen heeft wat je wilde zeggen.

  • Maak gebruik van werkvormen en de breakout rooms.

  • Maak en houd het interactief.

NON-VERBALE COMMUNICATIE

Bij non-verbale communicatie gaat het om je lichaamstaal en de intonatie van je stem. Wist je dat gemiddeld 93% van wat je zegt hieruit bestaat? Ben jezelf hiervan bewust. Stel, je geeft een compliment waarbij je met je ogen rolt, dan heeft dat compliment ten eerste geen waarde meer, maar krijgt het ook nog eens een andere landing. Of je geeft een compliment op een boze toon, dan wordt het ook meer een sarcastisch dan een gemeend compliment. En wil je aangeven dat je iets niet leuk vindt en je lacht daarbij dan komt de boodschap ook niet over.

Bij non-verbale communicatie is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de manier waarop jij tijdens de training erbij staat. Heb je een actieve houding of ongeïnteresseerd, sta je recht op of hang je tegen een muur, toestel of doelpaal.
En misschien nog wel erger, ben je erg druk met je telefoon.

Tips:

  • Sta recht op

  • Houd je handen uit je zakken/ mouwen

  • Wees actief en betrokken

  • Houd je blik op vriendelijk

  • Wees trots op elke kleine verbetering

VOORBEELDFUNCTIE

De sporters spiegelen zich enorm aan mede sporters, ouders en aan jou als trainer/ coach. Daarom is het heel belangrijk om je aan dezelfde afspraken te houden als die jij met je sporters hebt afgesproken. Denk hierbij aan:

  • Sportkleding aan
  • Haren vast (bij lange haren)
  • Sieraden thuislaten
  • Kauwgom in de prullenbak
  • Telefoons in de tas
  • Afmelden als je een keer niet kan komen
  • Niet vloeken en schelden
  • Behandel de ander zoals je zelf ook behandeld wil worden
  • Eten in de kleedkamer

 

Niet eten in de zaal kan lastig zijn als je meerdere uren achter elkaar in de zaal staat, maar maak daarover van tevoren goede afspraken. Leg ook duidelijk uit dat je bijvoorbeeld vandaag 3 uur achter elkaar trainingen aan het geven bent en dat je echt even wat moet eten om de trainingen goed te kunnen laten verlopen. Dat creëert begrip en de sporters snappen dan heel goed dat dit even de uitzondering op de regel is.

OMGANG MET OUDERS

  • Communiceer open en eerlijk naar en met de ouders bij leuke boodschappen, maar ook zeker bij minder leuke boodschappen.
  • Maak het concreet en onderbouw hetgeen wat je met hen wil bespreken.
  • Heb je de ouders mondeling gesproken, zorg er altijd voor dat je daarna schriftelijk/ per mail nog even een verslag stuurt met de gemaakte afspraken en besproken punten.
  • Onthoud altijd dat je mag werken met hun grootste schat/waarde/ bezit. Dat is uiteraard een grote eer, maar ook een grote verantwoordelijkheid.
  • Betrek ouders bij je plannen, dat zorgt voor betrokkenheid. Altijd handig als je ze een keer nodig hebt bij vrijwilligerstaken.
    Rijden de ouders de sporters naar een wedstrijd? Geef ze daar ook een taak. Maak daar aan de voorkant goede afspraken over.
  • Nu gaat het communiceren met ouders over het algemeen goed en soepel, toch kan het gebeuren dat een ouder boos of gefrustreerd is.
  • Door aan het begin van het seizoen met de ouders duidelijke afspraken te maken, kan je hierop terugvallen wanneer dat nodig is. Als een ouder met stoom uit de oren de zaal/veld of zwembad in komt stormen, geef dan aan dat je na de training tijd voor ze hebt. Dit kan telefonisch zijn, online of je spreekt fysiek ergens af.

Nu wil je echt al je aandacht houden bij de sporters, want daarvoor zijn de sporters gekomen. Uiteraard moet je na de training wel je afspraak nakomen.

Nodig voor dit gesprek, fysiek of online, ook altijd de hoofdtrainer of iemand van het bestuur uit. Wanneer dit gesprek telefonisch plaatsvindt, zorg dat er dan voor dat er iemand van het bestuur in de buurt is en zet de telefoon op ‘luidspreker’. Vergeet niet de betreffende ouder hiervan op de hoogte te stellen en introduceer het bestuurslid dat bij jou in de ruimte aanwezig is.

Chatten
1
Waar kan ik je mee helpen?
Waar kan ik je vandaag mee helpen?